De eerste selectieronde van de Henry van de Velde Awards 23 zit erop. Dat wil zeggen dat de jury heeft bepaald welke inzendingen doorgaan naar de tweede ronde, om in real life te worden gepresenteerd. Hoe verliep dit eerste jurymoment en wat is er opgevallen? Wij vroegen het aan juryvoorzitter Chris Baelus.
Wie is Chris Baelus?
Chris Baelus was hoogleraar productontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen. Hij studeerde in 1981 af als industrieel ontwerper. Na enkele jaren als zelfstandig designer gewerkt te hebben, koos hij voor het onderwijs en het onderzoek in de productontwikkeling. Tot zijn emeritaat in 2020 bleef hij verbonden aan de Faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
Wie beoordeelde de inzendingen nog?
Bas Sturm, Bie Luyssaert, Brigitte Mouligneau, Elien Haentjens, Fabienne Beernaert, Herman Konings, Hilde Peleman, Jynse Cremers, Max Borka, Nansi Van Geetsom, Ronald Bastiaens, Siegrid Demyttenaere, Stefaan Vandist en Virginia Tassinari.
“De Henry van de Velde Awards zorgen ervoor dat het creatief potentieel van ontwerpend Vlaanderen verspreid wordt in allerlei domeinen.”
Enkele aantallen op een rijtje
Wat is jouw relatie met de Henry van de Velde Awards?
Ik zetelde de afgelopen vier jaar in de jury van de Henry van de Velde Awards. Ik ken de Henry van de Velde Awards al van bij de eerste edities in de jaren negentig: van de intieme, kleine tentoonstellingen in de Design Vlaanderen galerie, tot het moment waarop de awards voor de allereerste keer werden uitgereikt in de Lokettenzaal van het Vlaams Parlement in 2008. Voor mij was dat een belangrijk moment in de evolutie van de prijzen: je zag dat de politiek interesse begon te krijgen in het vak, dat ze begreep wat de meerwaarde van design kan zijn voor het economische weefsel. Sindsdien namen de awards een vlucht. Ieder jaar groeiden ze, waren er meer inzendingen, kwamen er meer prijzen en ontstond er meer belangstelling voor, tot ze een mooie plek kregen in Bozar, voor de uitreiking en bijbehorende expo. Da’s een hele geschiedenis en mooie evolutie. Dat maakt dat ik me erg vereerd voel om dit jaar juryvoorzitter te mogen zijn.
Heb je veel ervaring in het jureren en beoordelen van designprojecten?
Uiteraard heb ik als docent productontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen ontelbaar veel projecten begeleid en beoordeeld. Masterproeven worden er vaak in samenwerking met bedrijven of start-ups ontwikkeld, over een duur van negen maanden, wat het omvangrijke projecten maakt. Ik heb ook jaren deel uitgemaakt van de Commissie Architectuur en Vormgeving. Dat is natuurlijk wel een ander gegeven, want daarbij gaat het om subsidie-aanvragen van projecten ‘in wording’. Dat was net zo bij een reeks van innovatietrajecten die ik voor VLAIO mocht beoordelen. Het grote verschil met de Henry van de Velde Awards is dat deze zich enkel richten op projecten die reeds gerealiseerd zijn: concreet en bereikbaar voor een groot publiek.
Hoe is de eerste selectieronde verlopen?
Ik kijk heel tevreden terug. Alles is vlot en heel efficiënt verlopen. Alle inzendingen — en dat waren er dit jaar maar liefst 258 — werden beoordeeld op basis van authenticiteit, innovatie en kwaliteit. Dat maakt dat er gedragen, unanieme beslissingen werden genomen. De jury is qua expertise divers samengesteld, wat boeiende discussies opleverde, al was er vrij snel consensus bij de inzendingen waarover twijfels bestonden. Ik was ook zeer gelukkig met de aanpak, wat uiteindelijk tot een selectie van 83 projecten heeft geleid. De tweede selectieronde is essentieel, waarbij de projecten in het echt zullen kunnen worden bekeken door de juryleden. Wat maakt een project awardwaardig? Op papier kan een project veelbelovend lijken, maar de realiteit liegt niet.
Zijn er bepaalde trends die je opmerkt bij de ingezonden projecten?
Door bepaalde categorieën in het leven te roepen, heeft de organisatie zelf trends aangestuurd, zoals bijvoorbeeld Environment en het belang van duurzaam ontwerpen. Door daar een categorie aan te wijden, stimuleer je dat. Hetzelfde geldt voor de categorie Design Research: door te focussen op methodieken die nieuwe inzichten opleveren, wordt het strategische niveau van design naar boven getild. De categorie Digital Product legt dan weer de nadruk op technologie en hoe design daarin een vooruitstrevende rol kan spelen.
De Henry van de Velde Awards zorgen ervoor dat het creatief potentieel van ontwerpend Vlaanderen verspreid wordt in allerlei domeinen. Design en innovatie genereren een meerwaarde die bedrijven doet groeien.
Wat is je verder opgevallen bij de inzendingen?
Ik stel me de vraag in hoeverre de coronacrisis een invloed heeft gehad op de inzendingen en de designwereld tout court. We missen in deze editie misschien wel enkele internationale bedrijven. Heeft corona ermee te maken dat grote spelers hebben afgehaakt? Ik kan dat niet met zekerheid zeggen of met cijfers staven, maar ik vermoed dat de kantoormarkt en de reissector het toch moeilijk hebben gehad. Onze designawards op internationaal niveau naar buiten brengen is nodig. Bedrijven die investeren in design moeten beloond worden en aandacht krijgen. Daarom is het belangrijk om die balans te bewaken.
Gelukkig heeft corona geen impact gehad op het creatief vermogen van ontwerpers, want er werden opnieuw waardevolle en inspirerende projecten ingediend. Ik ben ervan overtuigd dat de jury voor een sterke selectie heeft gezorgd. De projecten werden op een professionele en kritische manier beoordeeld. Dat was te merken aan de motivaties en argumentaties van de juryleden. Ik ben er heel gerust in dat dit tijdens de tweede selectieronde op dezelfde manier zal verlopen.