Maarten De Ceulaer begon op 17-jarige leeftijd uit verveling meubelen in elkaar te knutselen met wat houten planken. Het bleef niet bij die ene poging in de garage van het ouderlijke huis.
Ontwerpen als expressiemiddel
Eerst wilde hij architectuur gaan studeren, maar het langzame proces van ontwerp tot uitvoering duurde hem veel te lang. Zo kwam hij terecht op de opleiding interieurvormgeving op Sint-Lucas Brussel. Hij vond er een open, vrije sfeer, maar het resultaat was nog niet concreet genoeg.
Hij wilde wat anders. Het maken van objecten fascineerde hem. Om zich daarop toe te leggen trok hij vervolgens naar de Design Academy in Eindhoven. Deze opleiding sloot het dichtst aan bij zijn doel: gebruiksobjecten maken die een ‘verhaal’ vertellen. Het ontwerpen van een meubel is voor Maarten een expressiemiddel. De impact van het meubel op zijn omgeving en de gebruiker is voor hem even belangrijk als de functionaliteit.
Na zijn studie ging het vrij snel voor Maarten. Zijn eindproject aan de Design Academy, A Pile of Suitcases, is ontstaan na een rondreis van zes maanden door Indië en andere Aziatische landen. Hij wou en zou iets met koffers doen, zijn reisverhaal overbrengen. De retro-koffers stralen de sfeer uit van koloniale tijden, van de Orient Express … Het project werd door Li Edelkoort geselecteerd voor Art Rotterdam. Daar werd het op zijn beurt opgepikt door de Nulifar Gallery uit Milaan, gespecialiseerd in design. Zij namen een gelimiteerde serie in hun collectie op en presenteerden het op belangrijke internationale beurzen. Via een matchmaking in Brussel kwam hij ook in contact met Casamania, die de kast eerst ook op industriële schaal wilden uitbrengen. Bedoeling was om een ganse productfamilie te creëren. Maar Maarten gaf er de voorkeur aan om met een galerie te werken.
Na de kast kwam het kofferbureau, A Desk of Suitcases. Opnieuw werkte hij, om een perfecte afwerking van de koffers te garanderen, samen met Ralph Baggaley. Deze naar Brussel uitgeweken Amerikaan is een echte vakman. Hij werkte enkele jaren voor Delvaux, waarna hij zijn eigen atelier startte. Voor Maarten is perfectie en vakmanschap van primordiaal belang. Door samen te werken met dergelijke mensen kan hij ook soepeler inspelen op de vraag van de klant naar afmetingen en kleuren van de diverse koffers.
Niet dat hij echt veel contact heeft met zijn klanten. Soms ontmoet hij ze wel eens op een vernissage, maar meestal laat hij de galeriehouder zijn ‘ding’ doen. Waarom gaat hij trouwens liever in zee met zo’n galeriehouder dan met een producent? Wel, Maarten heeft nu zelf controle over de zaak; het resultaat is meer een ‘eigen’ product. Er moeten minder compromissen gesloten worden. Hij heeft het wel geprobeerd met fabrikanten, met enkele producten zoals lampen en kasten. Maar het duurde dan een hele tijd om uiteindelijk tot een product te komen. Het sloopt heel wat tijd op, en als het dan uiteindelijk niet doorgaat is de ontgoocheling des te groter. De Nomad Light Molecule-lamp wil hij daarom in eigen productie nemen.
Waar haalt Maarten zijn inspiratie? Soms uit de natuur, maar vooral zoekt hij input in de beeldende kunst en de mode. Hij kijkt op naar kunstenaars als Ai Weiwei en Tony Cragg met hun installaties en sculpturen. Zijn leven deelt hij op in verschillende fases. In de inspiratiefase, zoals tijdens de reis naar Indië, gaat hij op zoek naar ideeën. Graag zou hij opnieuw een lange reis maken, maar door de snelle opeenvolging van de projecten en vooral de internationale beurzen rest hem weinig tijd. Na de inspiratiefase volgt de productie, een lange periode die hij doorbrengt in zijn atelier. Hij experimenteert, zowel naar vorm als techniek. Hij maakt graag maquettes en hij schetst ook wel, maar toch maakt hij meestal direct prototypes.
De Balloon Bowls zijn zo het resultaat van een experiment, een toevallige ontdekking? Een ballon wordt deels gevuld met synthetisch gips, waarna een tweede ballon binnenin aangebracht en opgeblazen wordt. Voor de coating werkt hij samen met laboratoria. Er wordt in feite gebruikgemaakt van keramiektechnieken. Niettegenstaande steeds hetzelfde manuele proces gebruikt wordt, is het resultaat uniek naar vorm en kleur. De volledige productie wordt opgekocht door de Victor Hunt Gallery, die ook instaat voor de internationale verdeling. Het klikt trouwens bijzonder goed met galeriehouder Alexis Ryngaert. Voor 2013 is een solotentoonstelling in voorbereiding.
De Mutation Series brengen dan weer een gans ander verhaal: op het internet vond Maarten enkele beelden van microscopische celorganismen. Ze deden hem denken aan rotsen die bedekt zijn met planten en mossen. Dit gegeven ontwikkelde zich tot zitmeubels: sofa, zetel, stoel, krukje. Het lijken organisch gegroeide vormen. Zo groeien ze ook tijdens de productie. De bollen worden stap voor stap toegevoegd. Elk meubel is uniek.
Maarten heeft zijn atelier in de bottelarij in Anderlecht. Deze zogenaamde Studio with a View is een prachtlocatie. Samen met Damien Gernay was hij op zoek naar een huurpand. Het duo deelt deze ruimte met Julien Carretero en Charlotte Dumoncel d’Argence (die Maarten kent van de Academy in Eindhoven), en met Raphaël Charles. Naast deze designers vinden we er nog twee fotografen en een architect. Er is niet echt een wisselwerking tussen de ontwerpers, al werkt de omgeving wel motiverend. Misschien zullen ze zich in de toekomst wél gezamenlijk presenteren, al zal ieder dan wel zijn persoonlijke visie behouden.
Naast Nilufar en Victor Hunt is Maartens werk ook te vinden bij Rossana Orlandi in Milaan en in de Industry Gallery, een Amerikaanse galerie in Washington en Los Angeles. Op Design Miami, afgelopen december, werd zijn Mutation Series gepresenteerd. Voor Design Miami realiseerde hij ook een project met Fendi, een Italiaans merk van luxeaccessoires. Daarvoor overtrok hij zachte planken met kussens uit leder, opnieuw een samenwerking met Ralph Baggaley. Het resultaat zijn banken, maar het idee is best ook toepasbaar op boomstronken. Mogelijks wordt het concept achteraf in de Fendi-winkels toegepast.
Het werk van Maarten De Ceulaer bestaat uit het onderzoeken en uitwerken van ideeën. Net zoals een kunstenaar werkt hij naar tentoonstellingen en events toe. Hij wil elk jaar een nieuw project brengen, en zeker niet tien jaar lang hetzelfde meubel maken. Je moet hem ook niet vragen zomaar een tafel te ontwerpen. Neen, zijn meubels komen tot stand vanuit zijn ideeën, niet vanuit een opdracht. Als je ziet wat hij op korte tijd al gerealiseerd heeft op internationaal vlak, dan staat er ongetwijfeld nog veel aan te komen.