Michaël Verheyden

Designer
Michaël Verheyden

Michaël Verheyden; klassieke handtassen en accessoires met nieuwe constructies.

Door Christian Oosterlinck

Nu is deze mijnsite wel gekend als centrum voor creatieve industrieën, maar is Genk niet onmiddellijk het modehart van België. Michaël beseft dit, maar wat deze site aan ruimte te bieden heeft, kan men onmogelijk in Brussel of Antwerpen vinden voor dezelfde prijs. En het geeft ook extra mogelijkheden. Niet toevallig toont hij mij eerst de Verheyden-Vereecke Gallery, die hij er sinds kort geopend heeft. Niet alleen trekken de tentoonstellingen nieuw publiek aan, ze zorgen ook voor een extra creativiteit. Michaël gaat zelf graag de artistieke toer op, en zoekt contacten binnen de wereld van de beeldende kunst en muziek. Hij was zelf zanger in een punkband, vormgever van tentoonstellingen en artistiek coördinator van Toegepast.

Hoe wordt een industrieel vormgever creatieve duizendpoot en ontwerper van handtassen en andere accessoires? Michaël deed stage bij Piet Stockmans en Fabiaan Van Severen, eveneens ontwerper met een eigen handtassencollectie. Via Raf Simons leerde hij de Parijse modewereld kennen. Zijn afstudeerproject in 2001 was het kledingconcept ATIMIClothing, twee ensembles die in een handomdraai volledig getransformeerd kunnen worden. 

Na zijn studies startte hij samen met Jan Kuppers een eigen bedrijfje, maar vrij snel stond hij er alleen voor. Michaël gaat er dan ook altijd 100% voor. In enkele jaren tijd is 'Michaël Verheyden' een naam geworden die in een achttal landen verdeeld wordt. Hij gaat naar internationale beurzen zoals Première Classe in Parijs. Sinds kort werkt hij samen met een modeagentuur. Met één voet in de modewereld en één in de design, is het niet zo evident om in beide werelden zijn plaats te veroveren. 

Michaël is niet de man die grote theorieën rond zijn werk gaat verkondigen. Enkel esthetiek en perfectie zijn belangrijk. Hij vertelt ook geen verhalen. 'Een lamp is een lamp, een tas is een tas', leerde hij bij Fabiaan Van Severen. Piet Stockmans bracht hem bij dat je zowel serieproducten als vrij werk kunt maken, zolang je maar weet waar je op welk moment mee bezig bent. In 'fashion-puppet-show', een bevreemdende installatie, plaatst hij een kritische kanttekening bij de fascinerende maar vaak ook oppervlakkige wereld van de mode. In zijn inkomhal staan enkele zelf ontworpen meubelen. Ze zijn tot in het detail afgewerkt, maar vervaardigd in goedkope materialen zoals OSB· en vezelplaten. Hiermee zet hij zich af tegen de designwereld.

Drie aspecten zijn belangrijk bij het ontwerpen: constructie, afwerking en materiaal. Hij staat zelf in voor alle aspecten, van de schets tot in de winkel. Prototypes vervaardigt hij zelf. Hij kiest zelf het materiaal. Enkel de productie, die in Marokko gebeurt, is uit handen gegeven, al controleert hij wel elk product vooraleer het bij hem buitengaat. 

De handtassen en accessoires (agenda, placemat, portefeuille) kunnen zowel strak als organisch zijn, al blijven ze steeds 'Michaël Verheyden'. Er wordt zeker niemand gebruuskeerd, en het commerciële aspect wordt niet uit het oog verloren. Een tas kan er vrij klassiek uitzien, maar naar constructie volledig nieuw zijn. Michaël houdt ook niet van gelimiteerde oplages, al wil hij wel dat de collectie vrij exclusief blijft. De enige uitzondering daarop was de Interieur 06-tas die op 1000 exemplaren aan pers en genodigden verspreid is. Elke handtas blijft een gebruiksvoorwerp, en heeft geen verdere marketingtrucjes nodig om te kunnen verkopen. Misschien lukt het wel om eens een echte 'it-bag' te ontwerpen, een commerciële topper die iedereen moet hebben. De markten, overal in de wereld, zijn echter zo verschillend. 

Wat de toekomst zal brengen weet Michaël nog niet exact. Tot voor kort heeft hij alles zelf beredderd, al werkt hij sinds 1,5 jaar samen met zijn echtgenote Saartje Vereecke. Hij heeft bij het opstarten hulp gekregen van zijn vader, maar misschien is er bij verdere groei wel een investeerder nodig. Soms zou hij meer tijd willen hebben om te ontwerpen, maar ook het aspect van het ondernemen boeit hem. 

Graag zou hij wel nog voor een buitenlands topmerk werken, al was het maar om zijn naam meer internationale bekendheid te geven. Hij sluit het ook niet uit dat andere ontwerpers hun kans krijgen in zijn collectie. Wel moeten dan de basisregels van de collectie vooraf goed bepaald en uitgezet worden. Maar misschien is dit op termijn wel nodig, heeft hij binnen tien jaar zelf niet voldoende voeling meer met de nieuwste trends. Met twee collecties per jaar moet alles trouwens heel snel gaan, en daar houdt Michaël ook van. Het is geen fun om steeds enkel naar oude dingen te moeten teruggrijpen. Zelf houdt hij wel van enkele klassiekers, en zwarte tassen zullen nooit in de uitverkoop staan, maar wie weet zullen deze binnen 20 jaar wel nog verkocht worden?