Steven Brouns

Steven Brouns (°1975) kan je het best typeren als een bescheiden man, vol zin voor realiteit, uit op wat niet voor de hand ligt, en heel goed wetend welke wegen hij als ontwerper wil bewandelen.

Door Inge Vranken

Nu is hij 7 jaar afgestudeerd als industrieel ontwerper aan de Katholieke Hogeschool Limburg (Genk) en begin 2000 begon hij officieel onder de naam JZUZ samen met Serge Haelterman en toen als één van de eersten, naast Maarten Van Severen en Quinze&Milan, modulaire meubelen te ontwerpen in foam. 'Living Elements' zoals hij ze zelf omschrijft. Uit die tijd herinneren we ons vooral de grote éénzitter One en de vele combinaties van de U en de Square. Ook zij probeerden via verdelers wereldwijd hun ontwerpen in de winkels te krijgen.

Maar het 'Living Elements' concept kwam nog te vroeg voor de particuliere markt. 'Omdat het meer iets was voor projecten en die moet je anders benaderen'. Serge nam opnieuw opdrachten aan als grafisch ontwerper en Steven werkte wekelijks één dag voor de Antwerpse interieurzaak Aura. Zo groeiden ze stilaan uiteen. Zoink! werd eind 2002 het nieuwe initiatief van Steven. Hij wilde niet zijn eigen naam maar koos voor een ietwat vreemde benaming die alleen maar nog meer nieuwsgierigheid opwekt. Sinds de start is dit eenmansbureau aan een steile opmars bezig.

Regelmatig wordt hij gevraagd voor zijn technische knowhow bij de realisatie van producten in schuimrubber. Hij bepaalt dan de hard- of zachtheid van de foam en kiest de bekleding (Museum voor Natuurwetenschappen te Brussel, On Stage lounge restaurant in Antwerpen). Daarnaast haalt hij heel wat boeiende opdrachten als ontwerper binnen voor de inrichting van horeca- en winkelinterieurs en beursstanden van bekende merken. Voor de tijdelijke events verhuurt hij zijn 'Zoink!'-elements (o.a. Rock Werchter, Art Brussels, Pukkelpop).

Steven stapte af van het principe om producten te ontwerpen en die vervolgens op de markt te brengen. Hij wilde absoluut het déjà-vu gevoel bij het publiek, maar ook bij zichzelf, vermijden en koos voor de flexibiliteit, het meer revolutionaire en vooral hoogtechnologische. Hij verkoopt nog zijn zitobjecten, maar meer en meer werkt hij in opdracht. Steeds vertrekt hij van zijn strakke, organische, popart aandoende en felkleurige basiselementen in schuimrubber, en past deze aan volgens de behoeften en de omgeving waarin ze terechtkomen, zelfs wanneer hij ze verhuurt. Voor de bekleding kiest hij gecoate stoffen, vilt en hoogtechnologische materialen. Maar ook zonder is het schuim stevig genoeg en afwasbaar. Steven Brouns zoekt steeds naar de juiste mix tussen vorm, functie en duurzaamheid.

'Barok' (2005), zitmeubel, voor de Illy Lounge Artbrussels 2005
'Barok' (2005), zitmeubel, voor de Illy Lounge Artbrussels 2005

Deze aanpak vindt heel wat bijval bij hippe merken. Nike is ondertussen een trouwe klant geworden die niet alleen op hem beroep doet voor zijn tijdelijke evenementen maar ook voor de inrichting van zijn Europese filialen (Londen, Parijs, Berlijn en Barcelona). De Bulls eyes of schietschijven gebruikte hij reeds meermaals als basisvorm. In een school in Torhout werden ze bekleed met kunstleder om wegens 'het intensievere gebruik de slijtvastheid te verzekeren. Voor een informaticabedrijf in Antwerpen maakte hij ze op drie meter doorsnee, zodat ze net passen in een bestaand rond muurtje.

Hij bouwde ze ook op uit drie verschillende segmenten zodat de zetel als één massieve blok kon dienen om op te liggen maar ook als zitbank met rond tafeltje door de middelste segmenten weg te nemen en deze elders een plaats te geven. Diezelfde schijven werden toonbanken in de winkel van Walter Van Beirendonck in Antwerpen waar het centrale gedeelte niet gebruikt werd. En in een limonadebar in Gent werd dit laatste vervangen door een rond tafeltje. De studenten van de universiteit van Tilburg zitten in de bibliotheek op elementen van Zoink!, en ook op de Illy-stand tijdens de Biënnale van Venetië in 2003 kon je niet omheen de monumentale Illy-rode kaders van 2m40 op 2m40, waar het Illy-hart was uitgesneden om dienst te doen als lig/zitelement. En daarmee was de link gelegd naar het merk. Bedrijven houden ervan. De huisstijl wint steeds meer aan belang en aangepast meubilair draagt bij tot herkenbaarheid en imago.

Stuk voor stuk zijn het varianten van één ontwerp, één standaardproduct dat naargelang de opdrachtgever en het merk, de functie en de ruimte op maat aangepast wordt. Ze blijven een herkenbaar Zoink! product, en zijn toch telkens weer anders. In diezelfde geest ontwierp hij in opdracht van de firma Kantoorinrichting Stulens (Hasselt) de zetel pcm (per centimeter), die voornamelijk bedoeld is voor in wachtruimtes maar ook gerealiseerd wordt voor  particulieren, op maat. Voor Vitrapoint Antwerpen ontwierp hij in de showroom een toonbank met geïntegreerd de makketjes van de Vitrastoelen, alsook een kleine vergaderruimte die hij met een zwevende kubus als schild scheidt van de rest maar zo het contact toch verzekerd blijft.

Steven wil echter verder met Zoink!. Hij is er niet enkel op uit om in één product meerdere functies te groeperen, maar ook met het high tech aspect en de integratie ervan in een meubel is hij erg bezig. Momenteel werkt hij aan een audiovisuele wand waarin plasmascherm, elektronisch berichtenbord, computerscherm en geluidsboxen kunnen verwerkt worden. Van de VRT Televisie kreeg hij carte blanche voor het ontwerp van de één-zetel voor de omroepsters, waar hij in de rugleuning licht verwerkte. Voor de Women' Secret winkels had hij in de ontwerpfase geluidjes, leds en trilfuncties verwerkt in de zitkussens, maar omwille van de kostprijs werd al het elektronische weggelaten.

Uit iedere opdracht leert Steven Brouns bij, ook uit de samenwerking met anderen. Met architect Bart Lens ontwierp hij het buitenmeubel Poolchair, met modeontwerpster Romy Smits, richtte hij een fashionroom in in het Royal Windsor Hotel in Antwerpen en samen met stylist Luc Vleugels de kinderwinkels Fred & Ginger (te Aalst, Leuven, Mechelen en Turnhout). Zelf heeft hij ook enkele artistieke projecten lopen, ondermeer in het CIAP in Hasselt (in 2004) en nu in het kader van de Super! biënnale. Hij brengt er concepten waarvan de uitwerking opvallend dicht bij die van de vormgeving ligt.