Wat betekenen prijzen eigenlijk voor de carrière van ontwerpers? Wij vroegen het aan grafisch ontwerper Pieter Willems en zilversmid Nedda El-Asmar.
Waarom zou je je ontwerp inschrijven voor de Henry van de Velde Awards? Of voor een award tout court? Wat kan dat jou als ontwerper opleveren? En wat is het belang van welke award? Wij vroegen het aan volgende ontwerpers: Pieter Willems van grafisch ontwerpbureau Pjotr en zilversmid Nedda El-Asmar van Studio Nedda. Zij vielen niet alleen bij de Henry van de Velde Awards, maar ook in andere wedstrijden, al meermaals in de prijzen. Eén rode draad? Vooral voor jonge ontwerpers vormen de awards een uitstekende tool om hun naam op de kaart te zetten.
Als grafisch ontwerper specialiseert Pieter Willems zich met zijn bureau Pjotr in typografisch werk. “Niet alleen voor de magazines waarvan ik de lay-out doe, maar ook in al mijn andere ontwerpen vormt typografie de basis. De vormgeving moet helpen om een verhaal interessanter te maken en beter te communiceren naar de lezer. Al waak ik erover dat ze nooit belangrijker wordt dan de inhoud van het artikel zelf”, vertelt Willems. “Zo speelde ik voor de grafische vormgeving van het voetbalmagazine Puskás met typische elementen uit het voetbal, zoals de lijnen op het veld of de clubemblemen. Ook inhoudelijk was het tijdschrift opgebouwd zoals een match. Als vormgever ben ik graag sterk betrokken bij de inhoud, want ik ben geen kunstenaar en maak dus geen ontwerp om het ontwerp. Daarom zit ik graag op de redactie, zodat ik mee kan overleggen over elk artikel.”
Voor zijn ontwerpen voor de tijdschriften Bahamontes en Puskás sleepte Willems twee keer op rij een nominatie voor de Henry van de Velde Communication Award binnen. “Ik ben zeer blij met die erkenning, want de awards zijn de meest prestigieuze in België. Bovendien zetelen in de jury niet de eerste de beste professionals uit de sector en prijken op de erelijst heel wat namen van bijzondere collega’s. Zo’n nominatie is voor je werk dus een echt kwaliteitskeurmerk. En natuurlijk streelt het je ego als ontwerper en is het een bevestiging van het pad dat je bewandelt. Daarnaast is zo’n nominatie een erkenning voor iedereen die aan het product heeft meegewerkt: de redactie, schrijvers, fotografen,… Het is tegelijk een schouderklop en een duwtje in de rug voor het product zelf. Zo vonden nog meer lezers de weg naar Bahamontes en hoopten we dat ook voor Puskás te kunnen doen.”
Andere voordelen die volgens Willems verbonden zijn aan designprijzen zoals de Henry van de Velde Awards en de Provinciale Prijs voor Vormgeving Oost-Vlaanderen die hij won, zijn de expo’s en het netwerk dat je ermee kan uitbouwen. “De prijzen bieden je de kans om je werk te tonen en zo mogelijks een nieuw publiek te bereiken. Al ben ik tegelijk niet helemaal zeker of zo’n prijs rechtstreeks nieuwe klanten oplevert. Wel draagt hij sowieso bij aan je geloofwaardigheid, waardoor potentiële klanten misschien finaal over de streep getrokken worden”, vertelt Willems. “Daarnaast is het boeiend om tijdens de bijgaande evenementen kennis te maken met collega’s uit andere designdisciplines. Want hoewel ons eindproduct verschillend is, zijn er ook veel gelijkenissen in onze job. Aangezien ik nieuwsgierig ben en altijd op zoek ben naar andere insteken, hou ik van netwerken. In die zin vond ik het recente diner voor de alumni’s van de Henry van de Velde Awards een uitstekend initiatief. De top van de Vlaamse designwereld verzamelde er en kon in Bozar meteen de winnaars en genomineerden van deze editie ontdekken.”
Sinds het prille begin van haar carrière werkt designer en zilversmid Nedda El-Asmar regelmatig voor prestigieuze buitenlandse bedrijven zoals Hermès, Puiforcat en Robbe & Berking. Dat leverde haar verschillende prijzen in Frankrijk op. In België kreeg ze in 1997 de Henry van de Velde Award voor Jong Talent. “Ondanks die award bleef de interesse nationaal relatief beperkt. Ik weet niet precies hoe het kwam dat België op dat vlak achterop hinkte. Ik denk dat onze bedrijven in mijn sector minder belang hechtten aan externe designers. Vaak was het de baas die de ontwerpen maakte. Dat is vandaag gelukkig helemaal veranderd. Bedrijven zijn zich nu bewust van de meerwaarde die een ontwerper kan brengen. Aan die mentaliteitswijziging hebben prijzen zoals de Henry van de Velde Awards zeker bijgedragen. Door de awards hoorden de bedrijven meer over de ontwerpers en konden ze hun werk op de expo’s komen ontdekken”, vertelt Nedda El-Asmar.
Pas toen ze in 2007 verkozen werd tot Designer van het Jaar kwamen er meer Belgische bedrijven op haar pad. “De enige waar ik voor die prijs al mee samenwerkte, was Eternum. Samen brachten we in 2006 het intussen bekende Appetize-bestek, met kleine vorkjes en lepeltjes, uit. Naar aanleiding van mijn titel Designer van het Jaar organiseerden Knack Weekend en Le Vif Weekend een promoactie voor het bijpassende slabestek, waardoor dat in een stroomversnelling kwam en de collectie nog sneller aan bekendheid won. Nu, een dikke tien jaar later, verkoopt het nog altijd goed”, vertelt ze. “Daarna hebben we voor Demeyere een mosselpot ontworpen en voor Magnitude bedachten we twee jaar geleden het Hans Christian-bed."
Sinds het prille begin van haar carrière werkt designer en zilversmid Nedda El-Asmar regelmatig voor prestigieuze buitenlandse bedrijven zoals Hermès, Puiforcat en Robbe & Berking. Dat leverde haar verschillende prijzen in Frankrijk op. In België kreeg ze in 1997 de Henry van de Velde Award voor Jong Talent. “Ondanks die award bleef de interesse nationaal relatief beperkt. Ik weet niet precies hoe het kwam dat België op dat vlak achterop hinkte. Ik denk dat onze bedrijven in mijn sector minder belang hechtten aan externe designers. Vaak was het de baas die de ontwerpen maakte. Dat is vandaag gelukkig helemaal veranderd. Bedrijven zijn zich nu bewust van de meerwaarde die een ontwerper kan brengen. Aan die mentaliteitswijziging hebben prijzen zoals de Henry van de Velde Awards zeker bijgedragen. Door de awards hoorden de bedrijven meer over de ontwerpers en konden ze hun werk op de expo’s komen ontdekken”, vertelt Nedda El-Asmar.
Hoewel de prijzen op dit moment in haar carrière minder van belang zijn, is ze wel blij dat ze eraan heeft deelgenomen toen ze jonger was. “Het is een uitstekende manier om je als ontwerper te laten zien. Vaak gaat met de prijzen heel wat persaandacht of een expo gepaard en soms geven ze je ook een financieel duwtje in de rug. Elke prijs biedt je andere voordelen. Tegelijk ligt dat vandaag wel anders, want onze manier van communiceren is totaal veranderd. Met sociale media gaat alles veel sneller dan toen, wanneer we nog met dia’s en een fax werkten”, vertelt El-Asmar.
“Tenslotte vind ik het fijn dat ik dankzij de prijzen die ik vroeger heb gewonnen af en toe nu opnieuw een kans krijg om mijn werk te laten zien, zoals bij de viering van tien jaar Designer van het Jaar. Zo blijf je niet alleen in contact met het grote publiek, maar ook met collega-ontwerpers. Daarom moeten we lokale prijzen, zoals ook de Vlaamse Prijs voor Vormgeving die ik in 2008 heb gewonnen, zeker behouden”, vertelt El-Asmar.